Wat is er terechtgekomen van oud-klasgenoten van de basisschool?


Laatst keek journalist Anouk Kemper (1986) om zich heen op een verjaardag en besefte dat haar vrienden overwegend witte yuppen zijn. Terwijl ze opgroeide in een gemengde buurt in Almere. Wat is er van haar oude klasgenoten terechtgekomen?

‘De verhouding 60-40 gaat niet op voor onze klas, maar dat doet niets af aan onze verscheidenheid’

Ik ben opgegroeid in Almere Muziekwijk. Als ik terugdenk aan die tijd, begin jaren negentig, hoor ik bijna de heimachines dreunen in de verte. Mensen als mijn ouders werden pioniers genoemd, omdat ze het aandurfden in een kersverse stad in een nog kersversere wijk te gaan wonen. De bomen waren sprietjes, de polderwind waaide nooit eens niet. Er waren een supermarkt en een schooltje, dat was het.

Van oktober 1990 tot de zomer van 1998 ging ik naar dat schooltje: openbare basisschool De Duizendpoot. Er woonden nogal diverse mensen in de buurt, zowel qua etniciteit als sociaal milieu.

Verschillende etniciteiten
“De Duizendpoot was vooral een mix van echte Amsterdammers en allochtonen – al vind ik dat een stom woord,” zegt toenmalig directrice Alice Duursma (58). “Midden jaren negentig barstten we met bijna 700 leerlingen zowat uit onze voegen. Ik denk dat er toen wel vijftig verschillende etniciteiten rondliepen. Surinamers, Antillianen, Marokkanen, Turken, Molukkers, Irakezen, Iraniërs, Italianen. Ongeveer zestig procent was wit, veertig zwart.”
Ik kijk naar de klassenfoto van groep 7, ruim twintig jaar geleden. Zeven van de dertig leerlingen hebben wortels in het buitenland. De verhouding 60-40 gaat niet op voor onze klas, maar dat doet niets af aan onze verscheidenheid.

De een komt uit een welgesteld gezin, de ander juist niet. De een wordt later ingenieur, de ander vrachtwagenchauffeur. De een heeft kroeshaar, de ander is hoogblond. Wat mijn eigen situatie betreft: mijn ouders verdienden gemiddeld, lazen bovengemiddeld veel boeken en kregen vier dochters. Ik ben de oudste.

Kakkers
Ga ik vandaag de dag op de foto met al mijn vrienden, dan is de verscheidenheid ver te zoeken: we zijn wit, hoogopgeleid en werkzaam in de media. Naarmate ik ouder werd, werd mijn leefwereld steeds uniformer, zonder dat ik het doorhad. Na het vwo ging ik naar de School voor Journalistiek in Utrecht, daarna studeerde ik geschiedenis aan de UvA.

Laatst keek ik op een verjaardag om me heen en dacht: wat een stelletje yuppen zijn we. We verdienen goed, geven graag veel uit, zijn lekker met onszelf bezig. Kinderen hebben we niet, dat kan altijd nog als we 35 zijn. In Muziekwijk noemden we dat soort mensen kakkers. Zo wilde ik nooit worden.

Dat maakt me nieuwsgierig naar mijn ¬¬¬oud-klasgenoten van de basisschool. Hoe is hún leven verlopen? Hebben zij ook voornamelijk vrienden die op hen lijken? Die kans is groot volgens UvA-hoogleraar sociologie Beate Volker, gespecialiseerd in sociale netwerken. “Je komt in het dagelijks leven sowieso sneller mensen tegen die op jou lijken, dus de meeste mensen hebben vrienden die hetzelfde zijn qua opleiding, leeftijd, huidskleur en sekse.”

Maatschappelijke sortering
“Die gelijkheid is een gevolg van maatschappelijke sortering. Op de universiteit zie je niet zoveel kinderen van laagopgeleide ouders, en de mensen die je er wel tegenkomt hebben daardoor eerder dezelfde socialisatieprocessen doorlopen.”

Anouk Kemper (9 jaar)

Op basis van oude klassenfoto’s probeer ik zo veel mogelijk klasgenoten met uiteenlopende achtergronden op te sporen. Dat gaat niet heel soepel. Het meisje dat op topniveau turnde laat zich helaas niet vinden, net als Rishi en Vikash die hun achternaam niet in mijn vriendenboekje schreven. En de klasgenoot die ik jaren geleden op tv zag omdat ze voor de liefde naar India was ¬verhuisd, reageert niet op mijn verzoek.

Met Dilshan Vaniër heb ik meer geluk, ik herken hem meteen op zijn Facebookfoto. Lang, lief, rustig, Surinaams, dat is wat ik me van hem herinner. Binnen een paar minuten heeft hij mijn vriendschapsverzoek geaccepteerd. Ik vraag hem of hij me nog herkent, en of ik hem mag interviewen in zijn eigen huis. Dat mag.

Goede herinneringen
Hij haalt me op van het desolate station Almere Poort, de nieuwste ‘stadskern’ van Almere. Het is maf en normaal Dilshan (30) weer te zien. Ik wil een hand geven, hij geeft me drie zoenen. Hij heeft dreads tot op zijn kont. “Wauw,” zeg ik als ik zijn auto zie, een Dodge. “Je vindt me zeker een sukkel omdat ik niet eens een auto héb?” Hij lacht. “Nee hoor, iedereen doet het op zijn eigen tempo.”

In de woonkamer van het rijtjeshuis ¬spelen zijn drie kinderen (8, 6 en 3 jaar). Dilshans vrouw Kim zit op de bank en houdt de boel met een half oog in de gaten. Zij en Dilshan zijn bijna elf jaar bij elkaar, waarvan drie jaar getrouwd. “Ik ken haar uit de buurt, ze werkte bij de snackbar,” zegt Dilshan. “Ze zat altijd al achter mij aan.” Kim glimlacht schuldbewust.

Dat maakt me nieuwsgierig naar mijn oud-klasgenoten van de basisschool. Hoe is hún leven verlopen?

Hij heeft goede herinneringen aan De Duizendpoot. “Iedereen ging leuk met elkaar om, maar ik speelde vooral met Kenny en Jordy.” Lachend: “De andere lange mensen, ja.” Na de basisschool ging Dilshan naar het praktijkonderwijs, daarna naar het vbo. “Later had ik werk als putjesschepper en magazijnmedewerker, maar nu ben ik vrachtwagenchauffeur. Ik haal glas op bij bedrijven.”

Vrijstaand huis
Anil en Murat noemt hij als zijn goede vrienden, Kim zegt dat hij ook Sander en Jeroen niet moet vergeten. “Maar ik zie ze niet heel vaak, ik vind het wel fijn om na een werkdag gewoon thuis te zijn.”

Een paar dagen later ben ik opnieuw in Poort, ditmaal bij Laura van Kessel (31). Na de basisschool verloor ik haar uit het oog. Laura heeft geen Facebook, maar van Marc, mijn ex-vriendje, weet ik dat ze werkt als jurist. Vrolijk en hoogzwanger doet ze de deur open van haar grote, ¬vrijstaande huis. “Ik woon op een zolder,” piep ik.

Ze wuift het weg. “Ach ja, je woont wel in Amsterdam.” Daar heeft zij nooit gewoond, ook niet toen ze rechten studeerde aan de VU. Na twee masters kreeg ze een promotieplek in Leiden, in 2015 stortte ze in. “Ik kreeg een burn-out en daarna een depressie.” Inmiddels gaat het heel goed met haar en bevalt ze bijna van haar eerste kind. Met de vader is ze zo’n vijftien jaar samen.

Wat weet zij nog van De Duizendpoot? “Iedereen ging met elkaar om, ook na schooltijd. Rishi was gewoon Rishi, Dilshan gewoon Dilshan. Je was niet bezig met hun achtergrond.”

Op basis van oude klassenfoto’s probeer ik zo veel mogelijk klasgenoten met uiteenlopende -achtergronden op te sporen

Homogeen
Pas nu ik ernaar vraag, beseft Laura dat haar huidige vriendengroep vrij homogeen is. “Bij rechten was lang niet iedereen wit, maar hoe hoger ik op de ladder kwam, hoe witter het werd.” Ze denkt even na: “Maar doordat ik paardrijd, ken ik ook mensen die geen jurist zijn hoor.” Als we afscheid nemen, vraagt ze me de groeten te doen aan Marc.

Marc Draak (31) was mijn vriendje, voor minstens zes weken. Hij had grote groene ogen en je kon hem uittekenen in zijn gebreide Ajaxtrui. Marc wilde machinist worden en had op zolder een grote treinbaan. “Die heb ik nog steeds, maar dan nog uitgebreider,” zegt Marc enigszins besmuikt.

Het weerzien met mijn kinderverkering voelt meteen vertrouwd. We ¬zitten op de hoekbank in zijn ruime twee-onder-een-kap in Literatuurwijk. Twintig jaar geleden was die wijk nog een grote zandvlakte waar ik niet mocht spelen.

Nooit meer in Almere
Marcs twee kinderen (3 jaar en 5 maanden) liggen boven in bed, zijn vriendin sorteert foto’s op de computer. “Ik heb altijd gezegd dat ik nooit meer in Almere wilde wonen, maar we wonen hier alweer anderhalf jaar en ik vind het heerlijk. Onze familie is dichtbij, vrienden ook. En met de auto ben ik zo op mijn werk bij BAM Infra in Utrecht.”

Na het vwo ging Marc naar de TU Twente, waar hij civiele techniek studeerde. Liever was hij piloot geworden, maar: “Op mijn negentiende bleek dat ik een hersentumor had.” Hij wijst naar het flinke litteken op zijn achterhoofd. “Tijdens de operatie is de zenuw die naar mijn oog loopt een beetje geraakt. Ik keek scheel. Na een jaar hebben ze dat rechtgezet, maar piloot worden zat er niet meer in.”

Voor hij naar het ‘oude, vertrouwde Almere’ terugkeerde, woonde hij jaren in Enschede en Apeldoorn. Met Marlies. Ook dit stel is al zo’n beetje de helft van hun leven samen. “Toen je schreef dat al je vrienden op elkaar lijken, vond ik dat confronterend. Voor mij geldt namelijk hetzelfde,” zegt Marc. “Niet dat het me stoort, maar het is wel opvallend als je zoals wij van zo’n mengelmoesschool komt.”

Dilshan Vaniër – BEELD DANIEL COHEN

Volgens hoogleraar sociologie Beate ¬Volker zijn er twee oorzaken die dit kunnen verklaren. “Aan de ene kant worden het opleidingssysteem en de vrijetijdsclubs selectiever. Op de basisschool zitten kinderen met relatief verschillende sociale achtergronden – ‘relatief’ omdat het al op de basisschool voorgesorteerd is, ¬bijvoorbeeld op basis van buurt.

Interesses en vaardigheden
Op de middelbare school lijken de kinderen al meer op elkaar wat interesses en vaardigheden betreft. Scholen ¬selecteren kinderen van een bepaald niveau en met bepaalde interesses, zoals sport of muziek, en zij kiezen voor een school waar dit wordt aangeboden. Het aanbod aan ‘gelijke’ anderen – qua sociale achtergrond, leeftijd en etniciteit – neemt eerder toe als mensen verder in de opleiding of carrière komen.”

Hetzelfde geldt voor vrijetijdsclubs, zegt Volker. “Terwijl op de basisschool iedereen met iedereen voetbalt, worden de clubjes later meer ¬specifiek. Een kind dat voor hockey kiest, treft op de club vaak anderen met dezelfde interesses, dezelfde achtergronden en hetzelfde ouderlijk milieu.”

Vervolgens kiezen mensen binnen dit ¬aanbod weer mensen die op hen lijken. “Want die zijn het beste in staat elkaar te bevestigen en te steunen. Daarnaast is het makkelijk om ervaringen en dergelijke uit te wisselen.”

Dezelfde struggles
Mijn oud-klasgenoot Afaf el Wahid (31), die nu een visagie- en hairstylingsalon runt, weet goed te verwoorden waarom al haar vrienden een Marokkaanse achtergrond hebben. “Je trekt toch meer naar mensen met dezelfde normen en waarden. Cultuur is ook erg belangrijk. Tijdens de ramadan wil ik graag mensen om me heen hebben die in die periode dezelfde struggles doormaken als ik.”

Jennifer Markus- BEELD DANIEL COHEN

Toch vertoont Afaf meer overeenkomsten met mensen als Dilshan, Laura en Marc dan ze misschien denkt: ze kregen allevier kinderen met hun jeugdliefde en wonen in Almere. Afaf trouwde in 2006 en heeft twee dochters van 8 en 5 jaar.

Na deze gesprekken dringt één gedachte zich op: ik heb geen kinderen. Geheel vrijwillig, daar niet van, maar ik had niet verwacht de uitzondering te zijn. Hoewel, Jennifer Markus (31) is ook een uitzondering, want zij heeft er vier. Haar oudste gaat na de zomer naar de middelbare school.

Voormalige kleuterklas
Jennifer, die in Literatuurwijk woont, nodigt me uit op onze oude basisschool waar haar kinderen naartoe gaan. We gaan zitten in onze voormalige kleuterklas. Tijdens het gesprek komen haar kinderen af en toe binnenwaaien. Allemaal blond en een schattige wipneus. “Op mijn zeventiende raakte ik zwanger,” zegt Jennifer. “Ik was al drie jaar samen met mijn vriend, dus we besloten het te houden.”

Ze kreeg er nog drie, steeds met twee jaar leeftijdsverschil ertussen. “Ik kom uit een gezin van vier, hij van vijf. Een groot gezin vonden we leuk.” Sinds 2013 is het stel uit elkaar en nu hebben ze een co-ouderschapsregeling. “Weet je, als ik geen moeder was geworden had ik nu misschien ook op een zoldertje in Amsterdam gezeten. Mijn zelfontplooiing is in feite gestopt toen ik moeder werd.”

“Jij hebt een mooi pad bewandeld, ik hoop eerlijk gezegd dat mijn kinderen dat ook gaan doen.” Ook Jennifer heeft alleen maar witte vriendinnen. Schamper: “Verwacht je niet van een tienermoeder, hè?” Dan serieus: “Als je ouder wordt, zoek je misschien sneller mensen die op je lijken.”

Sociale context
Dat blijkt. Maar als we het allemaal zo goed konden vinden op de basisschool, waarom hebben we dan geen contact meer? Acht jaar lang zagen we elkaar dag in dag uit. “Vriendschappen houden vaak op als mensen van sociale context veranderen: andere school, andere wijk, andere baan, enzovoort,” zegt Volker. “Na de basisschool gaan kinderen vaak naar heel verschillende scholen en kiezen andere maatjes.”

Is het zorgelijk dat al mijn vrienden witte yuppen zijn? Niet per se, stelt Volker. Hoogstens onhandig. “Neem een vriendenclub waarin niemand een rijbewijs heeft. Wat je vaak ziet bij homogene vriendengroepen, is dat complementariteit van hulpbronnen ontbreekt; je kunt elkaar niet aanvullen. Want wat de een niet heeft, heeft de ander vaak ook niet.”

Marc Draak – BEELD DANIËl COHEN

Dit artikel verscheen 19 augustus 2017 in Het Parool.