Tim Fransen: ‘Grappig doen is niet genoeg’


Deze maand gaat zijn eerste, avondvullende voorstelling in première. In Het failliet van de moderne tijd combineert Tim Fransen (27) – een mix van Theo Maassen en Micha Wertheim – cabaret met filosofie. ‘Ik zit veel in mijn hoofd.’

De laatste jaren ging het hard met cabaretier Tim Fransen. Hij schreef in 2013 mee aan de oudejaarsconference van Theo Maassen, vorig jaar won hij op het Leids Cabaret Festival de jury- én de publieksprijs. En 27 oktober gaat zijn eerste voorstelling in première in De Kleine Komedie. Alle vijf voorstellingen Het failliet van de moderne tijd in dat theater zijn uitverkocht, er is een wachtlijst. Niet slecht, voor een relatief onbekende cabaretier. “Het is spannend, maar dat is ook wel logisch,” zegt Fransen. “Dit is het moment waar ik jaren naartoe heb geleefd, tijdens mijn studie al. Ik wilde per se in De Kleine Komedie in première gaan. Daar heb ik al mijn helden zien optreden, zoals Eric van Sauers, Jan Jaap van der Wal, Micha Wertheim en Theo Maassen.”

Hij vertelt het in een lunchroom in de Bijlmer, de wijk waar Fransen tot en met zijn 24ste heeft gewoond. “Daar heb ik mijn eerste bijbaantje gehad,” zegt hij, wijzend naar Pathé Arena. “Ik ga er nog steeds graag heen om comedies te kijken, liefst op vrijdag- of zaterdagavond. Surinamers lachen heel hard en dat maakt zo’n film meteen tien keer leuker.”

In de lunchroom zijn echter opvallend weinig Surinamers. Fransen kijkt een beetje bedenkelijk. “We hadden beter naar een rotitent kunnen gaan,” zegt hij. “Nou ja, we zitten nu hier.” En de Fanta smaakt goed. “Echt iets wat je héél af en toe moet drinken, dan is het lekkerder.”

Aan het tafeltje zit een lange jongen. Fransen meet bijna twee meter. Zijn stem is zwaar en ietwat nasaal, zijn dictie doet denken aan die van Theo Maassen. De jonge cabaretier rekt zijn woorden een beetje uit, waarmee hij zichzelf wellicht de tijd geeft iets langer over zijn verhaal na te denken.

Op het podium praat hij net zo. Wat overigens niet betekent dat het publiek lang moet wachten op de volgende grap. Die grappen volgen elkaar juist in rap tempo op, hoewel Fransen ook geregeld uitgebreid toewerkt naar de climax. De jury van het Leids Cabaret Festival schreef dan ook: ‘Tim neemt de tijd om te vertellen. Hij plaatst zijn grappen met een uitstekend gevoel voor timing. Waar veel kandidaten bleven hangen in losse grappen, weet hij zijn grappen te verweven tot een coherent geheel.’ Dat geheel is doorspekt van filosofische gedachten.

Niet vreemd, want na zijn bachelor psychologie volgde hij een master filosofie, beide aan de UvA. Als student was hij serieus bezig met zijn studie, maar ook met zijn vak als cabaretier. Als vast lid van de Comedytrain (sinds 2011) speelt Fransen meerdere malen per week in comedycafé Toomler. Toch duurde het een hele poos voor hij de wijsbegeerte meenam naar het podium. Het kwartje viel pas vorig jaar, om drie redenen.

“We toerden door het land met de andere finalisten van het Leids. Ik speelde toen wel veertig keer hetzelfde half uurtje, dat werkte overal wel. Ik haalde er alleen weinig voldoening uit, had het idee dat ik gewoon een beetje grappig stond te doen.”

Ook miste Fransen de filosofie, aangezien hij in 2013 – cum laude – was afgestudeerd. “Maar de sleutelrol is weggelegd voor René Gude. Door hem heb ik mijn podiumpersonage gevonden: iemand die het in theorie allemaal weet, maar in de praktijk een kluns is.”

Fransen ontmoette de toenmalig Denker des Vaderlands, die in maart op 58-jarige leeftijd overleed, tijdens een stand-upfilosofieavond in Toomler. “Ik was erg onder de indruk. Na afloop vroeg ik als een klein, verlegen jongetje of hij eens wilde afspreken. Dat wilde hij wel.” Het was voorjaar 2014. Een vriendschap was geboren.

“Elke week kwam ik bij hem op zijn woonboot in Noord. Dan spraken we over van alles, van mijn bindingsangst tot filosofie, heel gelijkwaardig. Met hem kon ik ook over mijn voorstelling praten. Zonder René had ik die niet gemaakt zoals ie nu is. Hij kon op een heel smakelijke manier over filosofie vertellen. Dat opende deuren voor mij, de synthese tussen cabaret en filosofie werd mogelijk.” Inmiddels lijkt Fransen haarfijn te weten hoe het intellectuele te combineren met het banale.

Hij speelt graag met tegenstellingen. Op het podium vertelt Fransen opschepperig dat hij cum laude is afgestudeerd én doet hij stoer over zijn simpele jeugd in de Bijlmer. Waarom? “Omdat ik zo ongrijpbaar ben,” antwoordt hij spottend.

“Nee, het is leuk om met die tegenstelling te spelen, het werkt goed. Hoge cultuur versus lage cultuur, het pretentieuze tegenover het triviale. Als ik er één zou kiezen, zou ik dit spel niet kunnen spelen. Dan wordt het filosofische droog en saai. En ik kan ook niet een hele voorstelling bouwen rondom mijzelf als zogenaamde R&B-zanger.” Dergelijke ‘Bijlmerinvloeden’ gebruikt Fransen regelmatig in zijn voorstelling: muziek, accenten, een bepaalde streetwise-heid.
Nog vrijwel wekelijks bezoekt hij zijn ouders in Zuidoost. “De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ze nét buiten de Bijlmer wonen, in Gaasperdam. Ik vind het fijn om er te wandelen. Wat Silvaplanameer was voor Nietzsche, is de Gaasperplas voor mij.”

De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) is een grote inspiratiebron voor de voorstelling. Sterker nog, Gude raadde Fransen aan om een ‘Nietzschereis’ te maken. “Ik ben dus naar het Silvaplanameer geweest, de plek in Zwitserland waar Nietzsche zijn grootste inzicht kreeg. Naar het Duitse plaatsje Röcken, waar hij werd geboren en begraven ligt, en naar Turijn. Daar werd hij gek.” De reizen hielpen Fransen uit zijn eigen hoofd te stappen. “Ik ben redelijk theoretisch ingesteld, terwijl je voor het theater juist de verbeelding moet aanspreken. Een vreemde omgeving dwingt mij om uit die theorie te stappen.”

Vanwaar de fascinatie voor Nietzsche? “Ik bewonder zijn drang naar volledige onafhankelijkheid, ik streef daar ook naar. Door de reizen zie ik ineens dat Nietzsche best een tragische figuur was, heel eenzaam. Aan het eind van zijn leven schreef hij dat hij zich niet meer kon verhouden tot andere mensen en de wereld. Dan is de gekte dichtbij.” Als einzelgänger begrijpt Fransen het enigszins. “Ergens ben ik een eenzame jongen. Ik zit veel in mijn hoofd, mijn ambitie neemt veel ruimte in.” Dat zijn vriendin het na vijf jaar uitmaakte, vindt hij dan ook wel terecht.

Zijn professionele toewijding betaalt zich in elk geval uit. Theo Maassen vroeg hem in 2013 als coschrijver van Oudejaarsconference: Einde oefening. “Dat was van onschatbare waarde, omdat ik zo leerde hoe het proces van het maken van een voorstelling eruitziet.” Toch zou Fransen het niet gauw weer doen, grappen schrijven voor een ander. “Ik ben een echte solist. Ik wil mijn eigen grappen vertellen, op míjn manier.”

Deze wens zorgde voor een klein conflict met Maassen. “Ik had een grap over Mark Rutte, die zegt dat visie is als een olifant die het zicht belemmert. Dat werkte als een tierelier. Ik deed ‘m vaak in het voorprogramma, had de grap tot vier minuten uitgebouwd.” Volgens de regisseur moest Fransen dat stukje opnemen en online zetten, lekker actueel; dat zou een hit worden.
“Maar Theo wilde het gebruiken voor zijn conference, dus dat kon niet. Best even pijnlijk, ja.” Ook pijnlijk: bij Maassen werkte de grap minder goed. Daarom moest de grap worden ingekort. “Ik baalde even, maar we hebben het meteen uitgesproken. Theo had ook gelijk. Ik had toegezegd om mee te werken en dan is het raar als je het beste voor jezelf bewaart.”

Qua spreken lijkt hij op Maassen, qua komische betweterigheid op Micha Wertheim. Toch heeft Fransen een geheel eigen stijl ontwikkeld, waarin zijn grappen tegelijkertijd flauw en intelligent zijn.

Mist Fransen zijn vriend en inspirator Gude niet des te meer in aanloop naar de première? “Ik mis hem soms, maar als ik aan hem denk, krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Ik wist dat de vriendschap eindig was toen ik hem leerde kennen. Het hielp ook dat René vrede had met zijn dood. Zoals alleen grote filosofen dat kunnen.”

BIO
Tim Fransen (Amsterdam, 13 april 1988)
– 2000-2006 gymnasium aan Sint Nicolaas Lyceum
– 2006-2007 propedeuse Neerlandistiek (UvA)
– 2007 wint de jury- als publieksprijs tijdens het AKF Comedy
– 2007-2010 Bachelor Psychologie (cum laude, UvA)
– 2010 wint dezelfde prijzen op het Amsterdams Studenten Cabaretfestival
– 2010-2013 Schakelprogramma & Master Wijsbegeerte (cum laude, UvA)
– 2011 vast lid van Comedytrain, onder leiding van Jan Jaap van der Wal
– 2013 coschrijver Oudejaarsconference: Einde oefening van Theo Maassen
– 2014 wint jury- en publieksprijs Leids Cabaret Festival
– 2015 première eerste voorstelling Het failliet van de moderne tijd Daarnaast was Tim Fransen enige tijd tekstschrijver voor Dit was het nieuws. Ook schrijft hij af en toe een column voor het radioprogramma Spijkers met koppen.

Dit artikel verscheen oktober 2015 in Het Parool.