Jonge Israëliërs bevragen besnijdenis: ‘Het is kindermishandeling’
In Israël groeit langzaam het besef dat je je pasgeboren zoon ook níét kunt besnijden. Was de ‘briet mila’ eerder nog een vanzelfsprekendheid, tegenwoordig wordt de eeuwenoude traditie kritisch bevraagd. ‘Besnijden is een unieke vorm van kindermishandeling.’
In september kregen Nigal Tzur (32, werkzaam in de toeristensector) en Zohar Akhai (35, geluidstechnicus) een zoon. Al tijdens de prille zwangerschap werd aan het stel gevraagd wat ze dingen doen. Besnijden of niet?
‘Dat dit nu überhaupt een vraag is zegt iets over deze tijd,’ vertelt Tzur. ‘Het is niet meer vanzelfsprekend dat je je zoon besnijdt. Maar je weet: mensen die het níét vragen hebben hun kind wel laten besnijden.’ Het is nog altijd een zeer gevoelig onderwerp, zegt Tzur. Daarom zal ze nooit uit zichzelf vertellen dat hun zoontje zijn voorhuid nog heeft. ‘Dan is het alsof je zegt: ik geef meer om mijn kind dan jij, want ik doe hem die pijn niet aan. Niet dat ik dat vind, maar zo wordt het opgevat. Mensen voelen zich gauw aangevallen, dus ik probeer het onderwerp een beetje te vermijden.’
‘Waarom is het zo interessant wat de ander in zijn broek heeft?’
Haar man gaat juist met liefde de discussie aan. Gestrekt been en al. ‘Waarom we hem niet hebben laten besnijden? Omdat het nergens op slaat, het is verminking. Besnijden is niet gezonder en het betekent ook niet dat je dan pas écht joods bent,’ zegt Akhai, terwijl hij steeds bozer wordt. ‘Het is het meest barbaarse wat je je kunt voorstellen en toch doet iedereen het, zonder er verder over na te denken. In Israël is men nogal van: hou je kop en doe wat je moet doen. Ik kan daar niet tegen.’
Discussies met vrienden kunnen hoog oplopen. ‘Ze zeggen dan dat ze niet willen dat hun kind anders is dan de rest. Maar een kind is toch altijd anders? Waarom is het zo interessant wat de ander in zijn broek heeft?’ zegt Akhai. ‘Het gaat eigenlijk niet om het kind, dat is acht dagen oud, kom op. Het gaat om jou als ouder. Jíj bent bang om die beslissing te nemen.’
RITUEEL BESNIJDER
In het jodendom is het gebruikelijk dat jongetjes op de achtste dag van hun leven besneden worden. Tijdens deze ceremonie, de ‘briet mila’, krijgt de baby ook zijn naam. In Israël gebeurt dit veelal bij de ouders thuis, omringd door familie en vrienden. De besnijdenis wordt uitgevoerd door de zogeheten moheel, een ritueel besnijder. De moheel kan een rabbijn zijn, maar ook een boekhouder die besnijdenissen erbij doet. Landelijke wetgeving is er niet, in principe mag iedereen een besnijdenis doen. Hoewel de briet mila veelal thuis plaatsvindt, kiezen Israëliërs ook vaker voor een besnijdenis door een dokter in het ziekenhuis.
Of – en dat is al helemaal een nieuwe ontwikkeling – ouders kiezen voor een Brit Shalom. ‘In deze ceremonie krijgt het kind wel zijn naam, maar wordt het niet besneden,’ vertelt Na’ama Carlin. De Israëlische socioloog promoveerde op het fenomeen besnijdenis. Inmiddels woont ze in Sidney, waar ze lesgeeft aan de universiteit van New South Wales. Wie kiezen er voor een Brit Shalom? ‘Over het algemeen zijn het seculiere joden, politiek links georiënteerd. Ze wonen veelal in de grotere steden of in mosjavim (van oorsprong coöperatieve landbouwnederzettingen, AK). Een Brit Shalom is niet iets waar de orthodoxen voor kiezen.’
‘Veel besnijdenissen gebeuren bij de mensen thuis. Dat maakt het lastig te monitoren.’
Carlin durft wel te zeggen dat ruim negentig procent van de Israëlische burgers (moslims incluis) nog altijd besneden is. Onder de overige tien procent vallen onder anderen Russische immigranten of christelijke vluchtelingen uit Eritrea. ‘Maar het is heel moeilijk om de exacte cijfers te kennen. Veel besnijdenissen gebeuren immers niet in het ziekenhuis, maar bij de mensen thuis. Dat maakt het lastig te monitoren.’ Of het aantal besnijdenissen daalt is dan ook moeilijk te staven. ‘Al denk ik haast van wel. Kijk alleen al naar een beweging als Brit Shalom, die aan populariteit wint. En het is al heel wat dat het nu een onderwerp van gesprek is.’
DE VOORHUID VAN JE HART
Terug naar het begin. Waarom is het in het jodendom überhaupt gebruikelijk om de voorhuid van jongetjes te verwijderen? Niet omdat het in de Bijbel staat, aldus Yigal Ben-Nun, gespecialiseerd in de historiografie van de Bijbel en tegen besnijdenis. ‘De frase “En zij werd zwanger en baarde een zoon” staat zo’n 65 keer in de Bijbel, maar niet de voor de hand liggende follow up: ‘Zij werd zwanger en baarde een zoon en besneed hem en noemde hem X,’ schrijft Ben-Nun in een opiniestuk in de Israëlische krant Haaretz.
Het bekende verhaal over Abraham die zijn zoon moet besnijden om daarmee het pact met God te sluiten, werd pas aan het eind van de Eerste Perzische Tijd (330 BC, AK.) geschreven. ‘Toen kreeg het wegsnijden van de voorhuid bij acht dagen oude baby’s pas de betekenis van een convenant tussen het volk en hun God.’
‘De meest verrassende bedenkingen rondom besnijdenis komen uit de Bijbel zelf.’
Ter info: het jodendom was op dat moment al eeuwenoud. De Marokkaans-joodse historicus Ben-Nun beweert dat geen van de Joodse koningen besneden was. Voor de joodse profeten geldt hetzelfde. Opvallend: ‘De meest verrassende bedenkingen rondom besnijdenis komen uit de Bijbel zelf,’ schrijft Ben-Nun. ‘De auteurs van het boek Deuteronomium (…) verafschuwden het gebruik (…) In plaats van het vlees te besnijden, pleiten zij ervoor het hart te besnijden: “Besnijd daarom de voorhuid van je hart” (Deuteronomium 10:16).’ Volgens Ben-Nun moet dit geïnterpreteerd worden als een spirituele verwijdering van het kwaad uit de harten van mensen.
Een interpretatie die (tot nog toe) op weinig navolging kan rekenen. ‘Besnijdenis is een van de belangrijkste dingen in het jodendom. Het is iets waar veel joden voor kiezen, of ze nou religieus zijn of niet. Het is heel cultureel bepaald,’ vertelt socioloog Carlin. ‘Toch is het verwijderen van de voorhuid niet “nodig” om joods te zijn, want volgens de joodse wet ben je joods wanneer je moeder joods is. Dus waarom doen we het dan?’
Carlin heeft de waaromvraag niet kunnen beantwoorden in haar promotieonderzoek. ‘Besnijdenis is een manier om onszelf te identificeren, als cultuur en als volk. Maar welke functie heeft het precies? Ik bedoel, het is betekenisvol, maar wat is de betekenis?’
WORTELS
Lara Verba (30, jurist) en haar man Guy Kunicher (30, jeugdhulpverlener) weten het antwoord ook niet, maar hun zoon van ruim twee jaar oud is wel besneden. ‘We hebben er tijdens mijn zwangerschap over gepraat; doen we het wel, doen we het niet? Maar ergens wisten we al dat we het sowieso zouden doen,’ zegt Verba. Niet dat zij en haar man religieus zijn, helemaal niet zelfs. ‘Maar dit is een heel basic iets in de Israëlische maatschappij.’ Kunicher: ‘We zijn ouders en dat betekent dat we beslissingen nemen voor ons kind. Dat is één van de grootste taken die we hebben. Voor mijn gevoel hebben we hem vooral laten besnijden omdat we niet willen dat hij anders is.’
‘Ik wil niet dat mijn kind zich later onzeker voelt, als hij seks heeft met een meisje, bijvoorbeeld.’
Maar, om in de woorden van Zohar Akhai te spreken, elk kind is toch anders? ‘Ja, maar dit is iets wat wij zelf kunnen beslissen,’ zegt Verba. ‘Hier heb ik controle over. En ik wil niet dat mijn kind zich later onzeker voelt, als hij seks heeft met een meisje, bijvoorbeeld.’
Voor Kunicher heeft de besnijdenis van zijn zoon ook nog met iets anders met maken: ‘Het verbindt mijn zoon aan de plek waar hij zal opgroeien. Ik ben besneden, mijn vader, mijn opa, mijn overgrootvader, enzovoort. Dat heeft voor mij niet zo zeer met het jodendom te maken, maar wel met mijn wortels hier in Israël.’
GEEN OBJECTIEF MEDISCH ADVIES
Een veelgehoord argument is dat besnijden allerlei gezondheidsvoordelen heeft. Zo zou het de kans op infecties verkleinen. In Israël wordt besnijden nog altijd officieel aanbevolen door artsen. ‘Het schandalige is dat, als het op besnijden aankomt, artsen religie en geneeskunde met elkaar mixen,’ zegt Rani Kasher in een interview met het Israëlische online magazine Ynet. Kasher is activist en schrijver van het boek Milah – A Second Thought of Brit Milah. ‘Ik, als seculiere jood, kan geen objectief medisch advies krijgen.’
Klinkt overdreven? Dat valt te bezien. Toen Nigal Tzur en Zohar Ahkai met hun zoontje naar het ziekenhuis gingen vanwege een griepje, zei de arts verschrikt: ‘Je moet hem wel laten besnijden, hoor. Anders kan hij infecties krijgen.’ Akhai: ‘Ik vroeg of we dan maar meteen zijn oren eraf zouden halen, zodat hij later geen oorontsteking krijgt.’
‘Het blijft een moeilijke beslissing, eentje die je niet voor de volle honderd procent neemt.’
Activist Kasher in het interview met Ynet: ‘Hoe kan het dat een Israëlische arts een andere aanbeveling doet dan een Franse, Zweedse of Japanse arts?’ Daarbij vindt de auteur het verdacht dat er geen cijfers bekend zijn over de complicaties die een besnijdenis kan veroorzaken. ‘Dit is een verborgen cijfer.’
Nadat de zoon van Verba en Kunicher thuis werd besneden (door een arts) kreeg hij een ontsteking aan zijn piemel. Hij moest terug naar het ziekenhuis, het herstel duurde lang. ‘Toch zouden we het nog een keer doen als we weer een zoon krijgen. Alleen dan in een ziekenhuis,’ zegt Verba. Kunicher: ‘Het blijft een moeilijke beslissing, eentje die je niet voor de volle honderd procent neemt.’
Voor Zohar Akhai is het duidelijk: ‘Besnijden is een heel unieke vorm van kindermishandeling, het voldoet aan de criteria. Maar als ik dat tegen mensen zeg, kijken ze me aan alsof ík de weirdo ben.’
BESNIJDEN IN NEDERLAND
Het aantal besnijdenissen op niet-medische grondslag wordt in Nederland niet formeel bijgehouden. Hierdoor kan de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) ook geen concrete aantallen noemen en de vraag beantwoorden of het aantal besnijdenissen toe- of afneemt. ‘In ons standpunt uit 2010 (dat als standpunt nog steeds geldig is) spreken we van een schatting van 10.000 jongens, toen gebaseerd op aantal geboren jongens van islamitische ouders. Maar dan nog is het gissen naar het percentage van de jongens dat ook daadwerkelijk besneden wordt,’ aldus een woordvoerder. ‘Het merendeel van de besnijdenissen wordt gedaan vanuit een islamitische achtergrond. Slechts in een heel klein deel gaat het om een joodse besnijdenis, omdat de joodse gemeenschap in Nederland klein is. We weten daarom ook niet welk percentage jongens wordt besneden vanuit de joodse gemeenschap, en of dit percentage toe- of afneemt.’