In boerkini naar Blijburg: ‘Je moet dat lekker zelf weten’
Het Franse boerkiniverbod blijft de gemoederen verhitten. Hoe leeft het hier? Het Parool stuurde journalist Anouk Kemper (29) in boerkini naar Blijburg en Bloemendaal. ‘Ik zou dat nooit doen.’
Niemand kan het gemist hebben: Franse badplaatsen hanteren na de aanslagen een boerkiniverbod. Het kledingstuk zou een uiting zijn van islamitisch extremisme. Beelden van een moslimvrouw in Nice die door agenten wordt gesommeerd haar tuniek uit te trekken, vliegen de wereld over. De verontwaardiging is groot, zowel onder de tegenstanders als voorstanders.
Tot zover Frankrijk. Hoe zou het zijn om hier, in nuchter Nederland, een boerkini te dragen naar het strand? Nog voor ik goed en wel besef wat de krant van me vraagt, zeg ik ‘ja’. Tuurlijk, zoiets wil ik best proberen. Bovendien, zo’n vijf jaar geleden heb ik een dag in boerka rondgelopen op de UvA en HvA, ook voor een verhaal, dus zo’n boerkini doe ik ook wel even.
Alleen, waar koop je zoiets? Drie Arabische winkeliers op de Burgemeester De Vlugtlaan kijken me aan of ze water zien branden, zodra ik vraag of ze boerkini’s verkopen. Nee, dat moet ik echt even ergens anders proberen. Waar? Geen idee. Bij een islamitische kledingwinkel in Winkelcentrum Plein ’40-’45 gaat het beter.
Medeleven
“Gekke vraag, maar weet u waar ik een boerkini kan kopen?”
“Ja, hier,” zegt de Turks-Nederlandse winkelmedewerkster. Ze haalt er een aantal van achteren, ingepakt in plastic. Sinds een jaar verkoopt ze deze badkleding, ongeveer twee exemplaren per week. Dat een Nederlandse vrouw een boerkini wil kopen, lijkt ze niet raar te vinden. Ik kies voor een roze met lange mouwen (€49, inclusief hoofddoek) en vertel een beetje wat mijn bedoeling is. Haar ogen worden groot.
“Ga je er híer mee naar het strand? Oeh, nee, dat zou ik nooit doen.”
“Waarom niet?”
“Ik ken niemand die er hier een draagt, iedereen koopt ‘m voor vakantie in Turkije of Marokko. Hier zou ik toch wel bang zijn voor de reacties.” Daarom wil ze liever niet dat de winkel genoemd wordt. “Misschien hebben mensen er problemen mee dat wij ze verkopen.” Vol medeleven wenst ze me succes, en ik zou willen dat ik ‘nee’ had gezegd.
Donderdagavond, Blijburg. Het was een prachtige zomerdag en nog altijd zijn er veel mensen op het strand. Op de parkeerplaats trek ik de legging en tuniek van zwemkledingstof aan.
‘De Ander’
Ik ben bang dat mensen nare dingen zeggen, stomme grappen maken, misschien zelfs agressief worden. De hoofddoek doe ik als laatst om. Nu is het officieel: ik hoor er niet meer bij, ik ben ‘de Ander’. Op mijn hoede wandel ik naar het strand. Ik pootjebaad en installeer me daarna in het zand, naast een groep die hard muziek draait en al wat drankjes op heeft. Na enige tijd realiseer ik me wat er gebeurt: niets. Niemand kijkt, niemand roddelt, niemand roept wat.
“Wat vinden jullie ervan dat ik dit aan heb?” vraag ik aan een drietal twintigers. “Moet je vooral lekker zelf weten,” vinden ze. Vanmorgen hadden ze het toevallig nog over de incidenten in Frankrijk. “Bizar dat ze iemand dwingen om zich anders te kleden. Als ik in een trui en een spijkerbroek op het strand wil zitten, mag dat toch ook?” zegt Manon de Veer. “Het viel me net sowieso niet op dat je een boerkini aan hebt, ik dacht: je bent gewoon een moslimvrouw.
Even verderop wandelt een Marokkaans-Nederlands gezin met vier kinderen. Moeder en twee oudere dochters zijn bedekt. “Ik heb zelf een boerkini, maar die draag ik alleen in Marokko,” antwoordt de moeder desgevraagd. “Want ik wil niet dat hier hetzelfde gebeurt als in Frankrijk.”
Ik vertel dat er eigenlijk niet zo veel gebeurt. “We zijn hier natuurlijk in Amsterdam,” zegt de vader. “Misschien is het anders in Zeeland.”
Geen haan kraait ernaar
Misschien is het ook wel anders in Bloemendaal, waar ik me vrijdagochtend bevindt. Ik wandel heen en weer – verdacht veel, vind ikzelf – en ga vervolgens pontificaal tussen de andere badgasten zitten.
Geen haan die ernaar kraait. Mogelijk is dat anders in de namiddag, als er wat meer jongeren zijn die al wat biertjes hebben gedronken. Hoewel, de jolige groep op Blijburg negeerde me de avond ervoor net zo goed. De fotograaf vertelt me dat ze een vrouw tegen haar man hoorde zeggen: “Lekker warm,” zinspelend op mij. (Inderdaad, een bikini is koeler.)
Meer commentaar blijft uit, tenzij ik erom vraag. “Ik zei net nog dat ik wel respect voor je heb. Je bent hier maar wel mooi,” zegt Lisette van Bakel, die met haar kinderen en moeder op het strand is. “Gewoon leven en laten leven. Als iemand nou gelooft, wie zijn wij dan om dat te veroordelen?”
Zo’n boerkini – het kan de strandgangers in en om Amsterdam weinig schelen. Ik hoop dat de winkelmedewerkster en de moeder dit lezen.